de boot is aan


de boot is aan 1.0

het probleem dat gevreesd kon worden, begint zich inderdaad voor te doen

Algemene voorbeelden


'Maar je hebt nog steeds niet verteld wat er gebeurd is.' 'Ach,' zei ik, 'die jongens waarmee ik voetbalde [...]. Ze konden er niet tegen dat ik beter voetbalde. En toen Wolfgang ging vertellen dat ik uit Holland kwam en op het Gymnasium zat was de boot helemaal aan.' 'Maar dat is toch geen reden om je zo toe te takelen,' riep ze boos.

Het schot, Hilbert Kuik,

Hij hoefde ook niet naar een ander wijf te lachen of te kijken, want dan was de boot aan. Zij was ook nog stinkend jaloers.

De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,